Dit boek ‘Gieten en kneden’ is het werk van Jan van der Woord, die er een speciale belangstelling voor had in de jaren dat hij in de leerstoel Productontwikkeling aan de Faculteit Bouwkunde TU Delft universitair hoofddocent was. Hij heeft het als nalatenschap geschreven voor studenten die hiermee één of meer complexe bouwconstructies en hoofddraagconstructies willen ontwerpen. In het algemeen zijn dit bouwtechnologiestudenten. Maar ook aan architectuurstudenten geeft het boek veel inzicht in mogelijkheden vanuit de productie. Bij het ontwerpen van nieuwe bouwkundige constructies en hoofddraagconstructies in hightechmaterialen is de kennis van productietechnieken die daartoe voorhanden zijn en die een ervaren gebruik hebben, van groot belang. Jan van der Woord heeft een collectie gemaakt van voor de hand liggende productietechnieken die voor de bouwtechnologie bruikbaar zijn. Het gieten van metalen, zoals dat reeds duizenden jaren gebeurt, heeft ook voor de bouw inmiddels een mooie industriële vorm gekregen. Het wordt ook frequent gebruikt, kan ik uit eigen ervaring op mijn werk als hoofdontwerper bij Octatube zeggen. Niet alleen voor grote massa's identieke producten, maar ook voor kleinere series, ‘one-off's’, enkele stuks zeer speciaal ontworpen gietstukken als onderdeel van architectonische constructies en hoofddraagconstructies. Zeker als men minimaal wil ontwerpen, dus als men slank wil ontwerpen, komen vaak hoge geconcentreerde belastingen op onderdelen voor. Dan is gieten de aangewezen productiemethode. Ook porseleinen gietstukken, die in de architectuur soms als decoraties in de gevel worden gebruikt, kunnen op een soortgelijke wijze geproduceerd worden. Nieuwe methoden maken vaker gebruik van het sinteren van metaaldeeltjes, bij het maken van een complex werkstuk. Het enthousiasme om 3D prints te maken, gaat heden ten dage zo ver dat er plannen bekend zijn om een compleet grachtenhuis te maken op deze wijze. Of die productiemethode ook de vaststaande normen van materiële belastbaarheid en betrouwbaarheid van materialen kan doorstaan, zal wel blijken. Voorlopig beperkt dit boek zich tot de gevestigde productietechnieken met navenante normen en betrouwbare resultaten. Het omvormen van metalen massa's, staven, profielen en platen is een ander interessant onderdeel van het boek, waarmee een groter assortissement van aanbieders zich bezig houdt in vergelijking met de gieters. Ook hier geldt dat de schema's voor de student zeer interessant zijn, maar dat de toegepaste producten echt de functie en de mogelijkheden van de productietechnieken in de praktijk weergeven. Bij de onwetendheid over dergelijke productiemethoden kan het zijn dat de architect zich moet laten leiden door design & build producenten, van wie de engineers mogelijk het boek wel hebben gelezen. In dat geval is de architect de leiding van het denkwerk bij het ontwerpen kwijt. Excessen zoals het explosief vervormen van een aluminiumplaat hebben in praktijkgevallen geleid tot zeer specifieke mogelijkheden om vrijevormarchitectuur perfect te maken.
Polymeren en composieten hebben een geheel eigen wereld aan mogelijkheden, grotendeels geïmporteerd vanuit andere industrieën voor kleinere onderdelen. Grotere onderdelen zoals gevels zijn in het recente verleden door een aantal industrieën vervaardigd, die echter nogal wat problemen met zich meebrachten. Reden waarom hieraan in de toekomst verder aandacht besteed moet worden.
Het omvormen van glasplaten, specifiek te onderscheiden in de cilindrische glasplaten en de conische en vrijevormpanelen heeft veel meer aandacht nodig om up to date te zijn. Er zijn recente ervaringen met cilindrisch gebogen glas. Karel Vollers heeft een machine ontwikkeld voor het repeterend vormen van andere werkstukken in glas, dus het begin van de vrijevormglastechnologie is aanwezig.
Het boek heeft een tijdlang bestaan in de vorm van prototypes. Bij het naderend emeritaat van de hoogleraar Productontwikkeling, in 2015 heeft dit boek een update ondergaan, een nieuwe lay-out gekregen en wordt het in kleine papieren oplage gepubliceerd. Tevens wordt er een grotere toegankelijkheid nagestreefd in 'open acces', direct downloadbaar. Het wordt beschouwd als één van de acht boeken die bij het emeritaat wordt gepubliceerd. Het is de bedoeling om de tekst later eveneens in het Engels te vertalen voor een groter verspreidingsgebied van deze kennis, zodat ook buitenlandse masterstudenten eruit kunnen leren.
Prof.dr.ir. Mick Eekhout
Hoogleraar Productontwikkeling TU Delft 1991-2015